De schikkingen zijn gebaseerd op de lezingen uit Lucas 1 en 2.
In adventstijd denken we aan de toekomst, aan naar wat komen gaat.
De verhalen vertellen ons over Zacharias en Elisabeth, de engel Gabriël als
boodschapper en Maria die de boodschap van nieuw leven ontvangt.
Het zijn allemaal momenten waarop de hemel de aarde raakt.
In de oud-testamentische lezingen komen verschillende profeten aan het woord.
Op hun manier beschrijven ze de belofte van God dat er een dag zal komen, dat Hij alles ten goede zal keren.
De ranken van de klimop reiken naar beneden. Klimop staat symbool voor
trouw, het is een plant die zich hecht aan de ondergrond en zomer en
winter groen is. De bol met de twee knoppen verwijst naar het nieuwe leven
dat komen gaat.
Tweede advent
De generaties zullen doorgaan. Er zal een kind geboren worden uit de stam
van Isaï. Om dat te benadrukken is de druivenstronk neergelegd (een
verwijzing naar de levende druivenstam). De ster is een verwijzing naar
het kind dat een bijzonder leven zal hebben.
De aarde raakt de hemel, er wordt steeds meer duidelijk. De ranken van de
klimop zijn samengevoegd tot een sterke spiraal. Op de derde advent kijken
we al vooruit naar het kerstfeest. De bloeiende kerstroos is het symbool
van het feest dat komen gaat.
De aarde raakt de hemel.
Gods trouw aan de aarde is verbeeld in de krans
van klimop.
Het feest kan bijna beginnen!
De aarde raakt de hemel. De ster staat aan het firmament te stralen, er is een kind geboren. Alle elementen van de vier voorafgaande adventsweken hebben een plek gekregen in de schikking. Het nieuwe leven, de trouw, het voortduren van de generaties en het feest.
Gelukkig kerstfeest!