Deze opbouw schikking past in het A-jaar. Het leven in Israël speelde zich voornamelijk buiten af. Herders met schapen in het veld en vissers aan het strand en op het meer passen in het dagelijkse beeld. Daarom is er uitgegaan van een ruwhouten plank waarop wekelijks een andere schikking met grassen word gemaakt.
2e zondag van Pasen – Verschijning aan de leerlingen
Johannes 20: 19-23
Plaats op de plank in een halve circel 10 bosjes/polletjes grassen. Deze verbeelden de (vermoedelijk 10, Tomas en Judas waren er niet bij) leerlingen van Jezus. Plaats midden voor een witte bloem voor Jezus. Bijvoorbeeld een witte Narcis, Tulp of Hyacinth. De bloemetjes van de hyacint hebben de vorm van ‘nagels’, een verwijzing naar de spijkers van het kruis. Werk het af door onder het geheel platmos te leggen. Door de grassen schuin te verwerken kan beweging weergegeven worden: Hij blies over hen…ontvang de Heilige Geest.
3e zondag van Pasen –Verschijning bij het meer
Johannes 21:1-14
Maak een natuurlijke ‘schikking’ met, centraal, een schaal water. Water geeft symbolisch gezien de ‘levens’zee aan. Jezus staat aan die waterkant om te begeleiden en mee te leven.
4e zondag van Pasen – Goede Herder voor lammeren en schapen
Johannes 10:1-10 en vers 11-16
Plaats centraal een staf of stok om de “herder” weer te geven. Geef het centrum nog meer accent door bundels gras naar de voet van de staf te laten lopen. Of maak rondom de staf met witte bolvormige bloemen bijvoorbeeld Viburnum= sneeuwbal, Rendiermos mos of plukjes ruwe schapenwol, een verwijzing naar de schapen.
– Buig van brem een staf of koop een bananentak. Steek die midden in een schaal. Laat de staf zich buigen over verschillende kleine bloemen als beeld van God die zich over allen wil ontfermen.
– Maak een overgang van dorre materialen naar groene grassen en weidebloemen als beeld van een oase, een plaats waar goed leven mogelijk is, leven waarin de Herder ons wil voorgaan.
5e zondag van Pasen – Verbonden blijven in liefde
Johannes 14: 1-14
Maak op de plank met mos een weg. Zet aan weerszijden polletjes gras en halverwege de weg langere pollen gras welke naar elkaar toe gebogen zijn, zodat deze een poort vormen. Aan het eind van de weg een pol berengras gebonden met klimop plaatsen. Berengras laat zich makkelijk buigen daardoor kan de pol eventueel gesplitst worden, de uiteinden van het gras naar elkaar toe gebogen en iets naar beneden getrokken worden zodat er een hartvorm ontstaat.
6e zondag van Pasen – Verdriet en vreugde
Johannes 16: 16-24
Zet links op de plank zogenoemd kweekgras. dit groeit in het wild en is erg hardnekkig; het staat symbool voor verdriet. Aan de rechterkant van de plank wit Engels gras tussen andere grassen, waaronder rode zuring als verwijzing naar de wet, zetten. Het witte gras staat voor vreugde.
RK – Gebod en liefde
Johannes 14: 15-21
Bij de RK lezing past deze uitwerking : plaats op de plank 2 stukken lei, eventueel met daarop de Romeinse cijfers I tm X. Omring deze door rode zuring en plaats het geheel op mos.
7e zondag van Pasen – Liefde en eeuwigheid
Johannes 17: 1-13.
Vers 3: ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God’
Maak op de plank een vegetatieve schikking van veel verschillende soorten grassen en plaats daartussen rode astilbe, rode klaver en/of rode salvia splendens.