Spiegel

  • iets weerspiegelen
  • je ergens aan spiegelen

 

  • Onvolkomen zien

1 Korintiërs 13: 12 ‘Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben’.

 

  • Licht weerkaatsen

2 Korintiërs 3 : 18 ‘Het is ons, die met onverhuld gelaat de glorie van de Heer als in een spiegel aanschouwen, gegeven om herschapen te worden tot een steeds heerlijker gelijkenis met Hem, door de Geest van de Heer.

Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd’.

 

Spiegel spiegel (rose)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.