Materialen en symboliek
het gedicht heeft vier coupletten, ieder met een titel. Er zijn ook vier verwerkingen gemaakt passend bij de titels. De schikkingen zijn los van elkaar te gebruiken maar kunnen ook als één geheel een mooie compositie vormen.
de dichter wordt vertegenwoordigd door de zalmkleurige gerbera, het oog/hart is steeds naar boven gericht.
de boomschijven vertegenwoordigen de levenservaringen van de dichter, die hem wijsheid hebben gebracht.
- tucht:
de kring van plantstokken geven de discipline aan die de dichter zich oplegt om zich, zonder zijn principes aan te tasten, te kunnen handhaven onder een dreigend regime.
het mos is hier symbool voor rust en vertrouwen; de stenen zijn symbool voor de weg die hij gaat. - daad:
de dichter kan niet passief toekijken: ‘….ga naar buiten waar de storm woedt van de tijden’ Hij voelt dat er iets moet gebeuren en breekt door zijn eigen disciplines heen:
de kring van plantenstokken is niet meer gesloten.
Een van de kenmerken van de storm is een heftige (tegen)wind, vanuit een beschutte plek direct te zien aan de grassen die allemaal naar dezelfde richting buigen
Het flesje waar de grassen in staan heeft een donkere kleur om weer te geven dat er gezaaid wordt uit een duistere bron. - lijden:
Een spiraal van ijzerdraad – een ‘ijzeren greep’ – geeft de gevangenschap weer. De doornige tak het lijden, de klimoprank het vertrouwen in de Eeuwige. Jute wordt vaak gebruikt als beeld van de woestijn waarin Jezus op de proef werd gesteld. - dood:
de bladeren op de ondergrond en de zwarte plantstokken met de pijlpunten staan symbool voor de dood. Maar het groene pad en het witte gipskruid wijzen de weg naar de hemelse vrijheid.
Werkwijze
Neem 4 boomschijven als ondergrond, boor in het midden een kleine holte waar de lange steekbuis in kan staan. Leg steekschuim voor droogbloemen op de boomschijf voordat de steekbuis wordt geplaatst.
Omwikkel plantstokken met bloembinderstape en steek die door het steekschuim.
tucht:
Omwikkel plantstokken met bloembinderstape en steek die door het steekschuim, een kring vormend.
werk de voet af met mos en stenen, zorg dat de steekbuis in het mos staat.
daad:
Steek de plantstokken in een onderbroken cirkel in het schuim. Plaats een flesje voor de grassen bij de opening.
laat de grassen naar de kant van de steekbuis vallen. Werk de boomschijf af met bijvoorbeeld kleikorrels.
lijden:
Gebruik ijzerdraad dat op een rol heeft gezeten; steek het uiteinde in het steekschuim en het andere uiteinde in het steekbuisje.
bindt een doornige twijg aan de spiraal en een klimop-rank aan de lange steekbuis. Werk het geheel af met een stuk jute.
dood:
Omwikkel een aantal plantstokken met zwarte tape nadat aan de stompe kant een klein sneetje is gemaakt. Bevestig daar een pijlpunt op van dik papier. Plaats de stokken zo dat de pijlpunten door de bloem heen komen of er heel dicht bij.
Bedek de boomschijf met verdorde bladeren, maak een ‘pad’ van mos en steek takjes van de vuurdoorn in het schuim.
Steek tot slot een takje gipskruid bij de steekbuis in zodat de witte bloemetjes net boven de gerbera uitsteken.